Vijg

Sommige exoten hebben zo hun voordelen en als de nadelen niet al te groot zijn dan wensen we hen soms zelfs een warm welkom toe. Een voorbeeld daarvan is de vijg (Ficus carica). Het is een belangrijk voedingsgewas in zijn oorspronkelijke inheemse gebieden in het Midden-Oosten en westelijk Azië. Sinds onheugelijke tijd is de vijgenboom gecultiveerd en zijn populariteit heeft de boom over de hele wereld doen verspreiden.

De vijgenboom eindigt als behoorlijk grote struik of tot een boom met een maximale hoogte van een meter of tien. Diens geurige grote bladeren zijn uiteraard bekend als het vijgenblad waarmee Adam en Eva hun edele delen probeerden te bedekken. Waarvoor dat was is mij nooit duidelijk geworden want voor wie deden ze dat? Als je het eerste menselijk koppel op aarde bent is schaamte wel het laatste waar je aan denkt.
In wilde toestand produceert de vijgenboom driemaal per jaar bloemen en vruchten. Aan de buitenzijde lijkt de bloem nog het meest op een onrijpe groene vrucht. Zij is gevormd uit de tot een harde schil peervormig uitgegroeide bloembodem. Aan de binnenzijde bevinden zich in een holle ruimte de werkelijke bloemetjes; de vrouwelijke onderin, de mannelijke boven bij de zeer kleine opening. De bevruchting van de vijg vindt plaats door de vijgenwesp, een kleine galwesp (Blastophaga psenes) die samen met de vijgenboom is geëvolueerd, en door de opening naar binnen kan dringen. Na bevruchting ontwikkelen de vrouwelijke bloemen hun zaden. De vijg gaat rijpen, verandert van kleur en geur en wordt zacht, ook de schil. Het vruchtvlees is groen of rood, smaakt aangenaam zoet en zit barstensvol kleine zaadjes.

Die vijgenwesp komt hier echter niet voor en dat betekent dat de vijgenboom hier niet bevrucht wordt en dus ook geen vrucht zal dragen. Daar heeft de wetenschap echter iets op gevonden: Om ook in ons gematigde klimaat eetbare vruchten te krijgen zijn er zogenaamde parthenocarpe cultivars ontwikkeld. Dit wil zeggen dat de planten vruchten ontwikkelen, zonder dat er een bevruchting aan te pas komt. Een bijkomend voordeel van deze maagdelijke vruchtzetting is dat deze variëteiten vrij zijn van pitten.
Vijgen hebben nog steeds geen vaste plaats in onze nationale eetcultuur gekregen en dat is jammer want vijgen zijn gezond en superlekker. Die vijgen worden voornamelijk rauw of gekonfijt (geconserveerd in suiker) gegeten. Ook kunnen ze tot jam verwerkt worden. Vijgen hebben een ietwat laxerende werking.

In onze natuur wordt de vijg in toenemende mate verwilderd aangetroffen. Omdat ze dan uit pitjes zijn opgeschoten betekent het dat we nooit kunnen genieten van die heerlijke vijgen. Zonder vijgenwesp krijg je immers geen vijgen en vijgen die zonder vijgenwesp vijgen opleveren hebben geen pitten. Dus die mogelijke voordelen blijken dus een stuk kleiner te zijn dan gehoopt.

No comments:

Post a Comment